1. over ont-wikkelen en overbruggen (19 oktober 2017 - notes from #1)
Vormgeven wat is. Dat wat is, is constant in verandering. Alles is verbonden met elkaar en in een constante transitie. Elke stap binnen die transitie brengt weer iets nieuws, een nieuw terrein, een nieuw jargon, een nieuwe realiteitszin, en daarmee misschien een bredere visie, een ‘meer ontwikkelde’ blik op het leven en de dingen om je heen, en daarmee ook een moeilijkheid om weer je plek te vinden op dit nieuwe niveau. Het is alsof je een jas hebt uitgedaan en als je die weer aan wilt doen, je die niet meer past. Je zult dus een (nieuwe) weg moeten vinden om je te verhouden tot jezelf en de dingen om je heen.
Misschien val ik wat met de deur in huis, maar het mag duidelijk zijn dat ik het wil hebben over “ontwikkeling”. Ont-wikkelen. Ontwikkelen wordt vaak beschouwd als een groei en iets dat alsmaar meer wordt, maar eigenlijk zegt het woord het tegenovergestelde. Het ont wikkelt. Het wikkelt af, het pelt de laagjes, tot er misschien en hopelijk wel ergens een kern te vinden valt. En dat kan wel gaan over ‘iets worden’ maar dat is dan iets wat er al is (was), maar wat nog ‘bedekt’ is. Geleidelijk tot iets worden. “Een aanwezige aanleg tot bloei brengen” vind ik ook na nader onderzoek naar de oorsprong van het woord. Daar is hetgeen dus al aanwezig. Aanwezig betekent eigenlijk ook niet meer dan ‘er zijn’. Dus ‘aanwezig zijn’ is eigenlijk al dubbel op. ‘I am’. In ‘ik ben’ ben je al aanwezig.
“Maak je geen zorgen”, dit wordt misschien een enigszins spiritueel getinte tekst. Maar wat is nu eigenlijk 'spiritueel’. Hoe meer ik het woord herhaal hoe meer de kriebels mensen er misschien van krijgen. Voor mij is het iets wat niet zweeft, het is juist ook iets heel aards, het gaat over wat er zich hier en nu afspeelt, maar ‘hier’ heeft heel veel lagen, het één is soms iets duidelijker of makkelijker vatbaar dan het ander. ‘Hier’ is geluid, ‘hier’ is kleur, ‘hier’ is geur, ‘hier’ is beweging, 'hier’ is ruimte en ik zou haast zeggen ‘tijd’ maar dan zitten we alweer in een andere dimensie, eentje die minder tastbaar, letterlijk of makkelijk is. En als we nou aanvaarden dat iedereen al die dingen in het ‘hier’ iets anders ervaart, dat dat in meer of mindere ‘intensiteit’ binnenkomt, dat het anders wordt verwerkt na het te hebben opgenomen, als we dat zouden aanvaarden en beseffen, zouden vele oordelen de lucht en wereld uit zijn. Zouden wij makkelijker kunnen SAMENleven. Want we leven nu eenmaal samen. ‘Hier’. En ook al voelen we ons misschien soms heel erg alleen, en sluimert er een existentiële eenzaamheid in ons, omdat we ‘eenzaam opgesloten zitten in onze eigen ziel’, omdat we nooit uit onszelf kunnen stappen, omdat we geen andere perceptie hebben van de wereld om ons heen dan onszelf, (zo maakte Alan Watts hier een denkoefening bij; hij noemde deze ‘an exercise in perception’, waarin hij zegt “whoever you are and whatever and wherever you are, you’re in the middle”, elk mens voor zich is dus als het ware het middelpunt van het universum). Ook al is dat allemaal zo; hoe kunnen ‘wij’ nu alleen zijn? En stel dat het toch zo is dat alles maar een hersenspinsel is, een chemische reactie, dat we eigenlijk in een soort “the Matrix baarmoeders” zitten, in een cel die ons omvat. Wat betekent dan nog het woord ‘we’ en ‘ons’. Hoe zijn deze woorden dan ontstaan?
Woorden. De maatschappij die dingen (be)noemt, en alles wat niet ‘iets’ is, wordt datgene wat zijn naam is. Woorden zijn dus misschien wel het meest abstracte wat je kan bedenken. Terwijl wij in deze westerse samenleving het meeste waarde hechten aan woorden, aan redelijk verwoorden het liefst ook nog. Woorden en taal zijn de drager van het bestaan geworden (en daarmee is ons lichaam vaak ook een drager van het hoofd geworden, we zijn wandelende hoofden), terwijl woorden misschien alleen maar een zwak aftreksel zijn van dat ‘wat is’, namelijk: achter elk woord schuilt een hele wereld, die toevallig dat woord heeft gekregen om te proberen het te vatten, een paar letters die dan staan voor de hele wereld en beleving van het desbetreffend onderwerp. Maar deze wereld, achter alle woorden, ervaren we allemaal. Het is alsof we in het oppervlak van de dagdagelijksheid communiceren met deze woorden en de diepte die erachter/onder/boven/in/tussen schuilt soms lijken te ‘negeren’. Misschien is spiritualiteit dus alles achter/onder/boven/in/tussen de woorden. Ervaring. Het is datgene wat ons verbindt. Nu zou je kunnen zeggen dat woorden ons ook ‘verbinden’, ze zijn een sociaal construct en maakt het mogelijk dat we dingen kunnen benoemen, nu wil ik zeker niet zeggen dat dat niet waardevol is, maar volstaat ‘benoemen’ en verwoorden? Kan je alles wel benoemen en vatten in woorden? Maakt dat al hetgeen voelbaar en ervaarbaar van wat je bedoelt?
Wat verbindt ons écht? Is er niet iets wat zorgt dat alles en iedereen ‘betrekking heeft tot elkaar’, er is toch een samenhang in deze wereld? Een compleetheid, harmonie; het geheel. Wat maakt dat alles een geheel vormt? Misschien is dat wel waar we ons hele leven naar zoeken; ons geheel, de grootst mogelijke compleetheid van onszelf, daar waar we in harmonie kunnen ‘zijn’. Of in ieder geval zoeken we iets wat daar zo dicht mogelijk bij komt, pellen we tot waar we (denken te) kunnen. En misschien is het makkelijker om niet heel hard te zoeken, en niet ‘alles wat je aangereikt krijgt’ (en daar bedoel ik bijvoorbeeld ook ‘problemen’ mee), aan te pakken en open te maken. Ik zie gebeuren dat we sommige dingen misschien bewust dichtlaten, omdat we ergens aanvoelen, dat als we dat openmaken, het niet makkelijk gaat worden en dat we dat deel liever niet ont-wikkelen en ingepakt laten. Het is kwetsbaar om alles ‘open te maken’ te ont-wikkelen. Maar ik pleit voor kwetsbaarheid, want kwetsbaarheid is de bron van alle creativiteit en innovatie, zo stelt ook Brené Brown (Amerikaanse onderzoekster en hoogleraar in Houston) na 12 jaar onderzoek in haar boek ‘De kracht van kwetsbaarheid’. Zo zegt ze ook “Kwetsbaarheid is de beste manier om van je potentieel gebruik te maken en echte verbindingen met anderen aan te gaan”.
Kwetsbaarheid zorgt er ook voor dat we aanraakbaar zijn. En zoals Lot Vekemans sprak in haar ‘Staat van het theater’ (2017): “En aanraakbaarheid geeft ons waarde. Het overbrugt de afstand tussen de één en de ander. Tussen daar en hier. Tussen dit en dat”
Overbruggen: dat wat niet op elkaar aansluit met elkaar verbinden. Aanraakbaarheid bouwt dus bruggen, het geeft ons de kwaliteit om te kunnen verbinden, ont-wikkelen en te zijn wie we wezenlijk zijn. Afgepeld en wel.
Laat ons roepen en rennen, elkaar ongetemd temmen, laten we zwemmen en stilstaan, vallen en verdergaan, weggaan uit het vlakke, het geheel vangen, laat ons verschillig creëren en reageren, laat ons driften naar schepping en zoeken naar bestemming. Lieve wijde wondere wereld, De wildernis waant zich wonderlijk wijd. Hou je in de gaten.