1. DE BEWEGING VAN TAAL (19 OKTOBER 2017 - NOTES FROM #1)
Een vrouw zit in een kille, zwarte ruimte aan een formicatafel. Een hand ligt op de tafel, de andere op haar schoot. Ze staart naar het publiek. Ze vertelt over de stemmen in haar hoofd, over hoe die in elkaar lijken over te lopen. Haar zinnen spreekt ze erg precies uit. Na een lang relaas staat ze op en stapt ze in erg nauwkeurige cirkels rond de tafel. Zo gepolijst als ze spreekt, zo nauwgezet zet ze voet voor voet vooruit. UIT UNISONO VAN ABKE HARING
Wat gebeurt er wanneer de tekst verdwijnt en alleen de beweging overblijft? Kan een lichaam dezelfde vertelkracht in zich dragen wanneer de tekst vertaald wordt door louter beweging?
TAAL IS EEN RUIMTE
Taal vult ruimte in, zij brengt verandering, laat iets achter. Er ontstaat een terrein voorbij de tekst waar ontelbare mogelijkheden klaarliggen. Het zijn andere invullingen van de tekst. Dat terrein creërt zo onder andere ruimte voor beweging. De ruimte die Haring in haar voorstelling achterlaat, vult ze in door rond de tafel te lopen, alsof er op die manier een draaikolk ontstaat die alle stemmen, alle taal, alle chaos opslorpt. Haar woorden krijgen een nieuwe betekenis door ze te wandelen. Als tekst uitnodigt tot een beweging of een beeld, ontstaat er op inhoudelijk niveau een nieuwe ruimte. Het gevoel van de acteur bij de tekst wordt veruitwendigd door het te incorporeren in de beweging. De veruiterlijking wordt nu meerlagig en kan door de toeschouwer op meerdere of andere niveaus gelezen worden. Bij pure tekst is de betekenis eenduidiger en minder universeel dan wanneer zij samengaat met beweging. Wij hebben taal nodig om te communiceren en om ons te ontwikkelen, maar wanneer wij ons zo volledig mogelijk willen uitdrukken, schiet zij te kort. Taal heeft te maken met ratio en herinnering. Je eerste ervaringen worden pas in het geheugen opgeslagen wanneer je taal tot je beschikking hebt. Dan kan je ze in woorden vatten, benoemen of navertellen. Beweging daarentegen is belangrijk om onze intuïtie te vertalen. We gebruiken onze handen wanneer we naar iemand schreeuwen, we wrijven over iemands bovenarm om te zeggen dat alles goed komt, we sperren onze ogen open als we verwonderd zijn. Deze handelingen staan de taal bij en zorgen voor een verdieping van het inhoudelijke. Ze zijn gevoelsmatig en worden door een ontvanger ook gevoelsmatig gelezen.
HET LICHAAM NEEMT OVER
Kan beweging de volledige zeggingskracht van gesproken taal overnemen? Kan het acteurslichaam de tekst overbodig maken en zelf de grootste drager van betekenis worden? Wanneer een tekst wordt vertaald door het lichaam treedt er verlies op. Bij de overgang van het ene naar het andere medium, gaan er automatisch mediumspecifieke betekenissen verloren. Maar in dat verlies schuilt ook een nieuwe waarde: er wordt iets toegevoegd aan de inhoud. Ook Luk Perceval is een maker die speelt met tekst die gezegd, gespeeld en bewogen wordt. Het jaar van de kreeft vertelt het verhaal van twee geliefden die niet meer met elkaar kunnen leven, maar ook niet zonder. De voorstelling toont het aan- en afstoten van de man en de vrouw in een stroom van woorden. Ze kunnen niet stoppen met praten. Maar na een tijd legt Perceval hen het zwijgen op. Vanaf dat moment bewegen zijn personages hun gevoelens, in plaats van ze uit te spreken. Na een hevige ruziescène valt het woord weg en blijven alleen de bewegingen over. Wanneer Gijs Scholten van Aschat langdurig begint te springen, wordt duidelijk dat woorden niet volstaan om wat hij voelt te vertalen op scène. Hij doet beroep op bewegingen die een groter betekenisspectrum in zich dragen. De acteurs drukken zich nu voller en nauwkeuriger uit. Als toeschouwer krijg je een groter interpretatieveld aangereikt, minder eenduidig en rechtlijnig, maar voller en vrijer te interpreteren. De onvoorspelbare elementen van een handeling – denk aan het ongecontroleerde hijgen van een acteur, het niet in toom kunnen houden van ledematen, mimiek … - zorgen voor meerdere betekenislagen. De interpretatie door het lichaam van de acteur voegt iets toe aan de betekenis van het materiaal.
Naast elkaar
In Shown and Told van Meg Stuart en Tim Etchells worden tekst en beweging uit elkaar getrokken. Stuart en Etchells gaan op zoek naar de relatie tussen woord, beeld en lichaam als overdragers van betekenis. Terwijl Stuart danst, improviseert Etchells al sprekend bij haar bewegingen: (Terwijl zij met beide handen naar iets naast zich grijpt.) “It was touching someone for the last time.” Hij giet haar bewegingen op de scène in taal. Daardoor ontstaat er een spontane, onsamenhangende, fantasierijke waaier van ideeën, beelden, mensen en gevoelens. Ook de omgekeerde beweging vindt plaats: Etchells’ fantasie wordt gestimuleerd door Stuarts danstaal, komt los van haar specifieke frases en begint zelf een eigen wereld te creëren. Zij op haar beurt reageert op de woorden die hij uitspreekt. Op die manier beïnvloeden ze elkaar afwisselend.
Etchells’ tekst en Stuarts bewegingen nemen ruimte in in de verbeelding van de toeschouwer. De woorden en de bewegingen vinden een weerklank, eerst bij elkaar en vervolgens bij het publiek. Zo ontstaat er naast beweging en taal een derde dimensie, dankzij het publiek dat langzaamaan deel begint uit te maken van de wereld die eerst door de performers wordt gecreëerd, en vervolgens wordt opengesteld voor wie naar hen kijkt.
Wanneer tekst beweging wordt, verliest het ene medium zijn specifieke kracht, maar wordt het door het andere medium versterkt en uitgediept. Het verlies dat daarbij optreedt, wordt door de vertaling van de beweging positief gekleurd. Bij de voorstelling van Abke Haring ontstaat er een ruimte waarin hetgeen ze vertelt op een abstract niveau kan uitbewegen. Luk Perceval laat zijn personages meer gevoelsmatig hun woorden bewegen. Omdat alleen de taal niet genoeg kracht in zich lijkt te dragen. Er lijkt dus beweging nodig om volledig leesbaar te kunnen zijn voor de ander en het publiek. Tim Etchells en Meg Stuart plaatsen tekst en beweging naast elkaar. Ze laten van beide de waarde en vertelkracht zien en hebben aandacht voor de manier waarop ze gelezen kunnen worden. Ze tonen ook hoe tekst en beweging op elkaar kunnen doorwerken en welk interpretatieveld kan ontstaan in de verbeelding van de ander: hoe het grijpen naar iets naast je wat lijkt te vertellen over iemand aanraken voor de allerlaatste keer.