1. TO GO ON AND LIVE WITHOUT (18 DECEMBER 2018 - NOTES FROM #5)
lose a friend.
207 HIER;
Ik wou zeggen dat ik u mis. Ge vindt uw plek in ieder bolletje kippenvel dat opkomt als ik aan u denk, diep in onze ogen is er een glans weggenomen, vervaagd door de schrede van de tijd. Ge hebt uw rust gevonden –zo zegt men– maar denk je nog aan ons nu dat je rust? Mijn papa zegt dat je nu gedaan bent. Mijn mama komt een kus geven voor ze gaat werken en ik nog lig te slapen. Ze zegt dat uw mama dat niet meer kan doen. Ze weet niet wat wij niet meer kunnen doen.
Vandaag heb ik gevoetbald waar jij ook voetbalde raar dat deze plek plots zo specifiek aanvoelde
ik hoor je hopelijk snel terug.
207 Want gij;
-Ik blijf de rust niet vinden, ik blijf ploeteren in het onbekende, wanneer stopt dit? Wanneer stopt het leven? Ik hou enorm van hereniging, maar niet van hechting. Alles is tijdelijk en misschien word ik de beste acteur die nooit bekend zal worden. Ik heb u een sms gestuurd, hopelijk is hij goed ontvangen. Niet dat ik het niet verwachtte maar ik had gewoon gehoopt van wel, want gij zou toch antwoorden. Ge zou toch weten wat gezegd. Geen nutteloze woorden, straight to the point, tot úw punt tenminste. Ge zou het achterlijk vinden moesten we zeggen dat je nu een ster aan de hemel bent. Niet feitelijk. Ik kreeg geen zinnig woord op papier. Beter niet indienen dan onzin indienen; ik denk dat we hierin dezelfde mening delen.
Ik slaap terug volle nachten, en diep. Ik heb zelfs terug gedroomd. Ik vraag me nog steeds af hoe moeilijk het geweest is voor jou. Straks ben ik terug thuis, daar heb ik geen zin in. Hier wordt geleefd, vrijer gedacht en gedaan. Waarom niet daar? Want vrij denken is anders denken, emotioneel denken, met de voeten op de grond, het hart op de juiste plaats en het hoofd niet in de wolken, maar gewoon hier. Gewoon hier, bij ons.
207 Over pijn en rouw;
Het moment dat ik dacht dat alles goed ging dreigde alles te kantelen. Is alles al gekanteld. Alles waar ik voor gewerkt heb alles wat ik doorstaan heb worden banaliteiten en ik twijfel opnieuw. Alle woorden liggen klaar op mijn lippen maar weigeren met klank eruit te komen. Ik voel me gewoon, ik voel gewoon niets omdat verdriet misschien een beetje niets is, een beetje alleen zijn. Misschien toch een beetje de stilte laten overkomen. Misschien ben ik deze zomer te snel over de dingen gegaan en dacht ik dat ik klaar was, maar het komt terug, dit is niet de pijn van mijn moeder die haar moeder verliest, dit is niet de pijn van het falen noch de pijn van liefdesverdriet, niet de pijn van de rest, ook al delen we nu hetzelfde. Rouw is een beetje alleen omdat het van jezelf is, het zit in u en geraakt er godverdomme zo moeilijk uit. Men zei me dat rouw de ergste vorm van liefde is. Is het dan niet raar dat rouw en trouw zoveel op elkaar gelijken op papier.
Die pijn voelt gij niet meer, ge hangt nu ergens rond ons en gij weet: dit is door of voor mij. Het is nu een jaar geleden dat we in het jeugdhuis onze koten aan het vergelijken waren en aan het discussiëren waren over de meest goedkope maaltijd, omdat we dan misschien één meer konden drinken op café. Nu werk ik in een café dus kan ik er veel drinken maar ik wil sparen voor een nieuw instrument. Want in muziek kan ik mezelf een beetje verliezen, en u misschien terugvinden. Ik kan niet stoppen, ik kan nog niet stoppen. Want ik ben bang, bang voor slapeloze nachten, bang voor teveel te roken en bang voor school, maar ik wil mijn best doen, en zolang gij in mijn hoofd zit zal ik blijven vechten, voor u, voor mezelf, voor iedereen die hierin gelooft. Ik begrijp je pijnen niet zoals de mensen rondom mij ze niet kunnen begrijpen, maar ze moeten het niet begrijpen zolang ze rondom mij zijn.
Het is moeilijk om dit allemaal neer te zetten, maar ik moet wel. Het is nog te moeilijk om te praten. Soms. Ik voel u in alles wat ik doe.
Geniet van niet hier zijn maar kom soms nog eens terug.
207 Amen – het zij zo;
… En zo zal het zijn. Alles wat ge dacht, alles wat ge voelt is juist. Alles wat gebeurt of niet gebeurt is hoe alles is, het verleden is onveranderlijk en laat sporen na. Aanvaarden wat je niet begrijpen kan is moeilijk. Niet aanvaarden wat je niet begrijpt en onbegrijpelijk. Als ik nu val dan weet ik: deze val is er en is niet om te keren. Maar ik blijf me toch steeds binden aan momenten die al geweest zijn, aan personen die er plots zijn, aan een gevoel dat plots opduikt. En het heroproepen van dat moment, het opnieuw willen ervaren van dat gevoel is vergif. Arsenicum. Het sluipt in u en kruipt overal, ge voelt u zo slecht, overal. De één zal het melancholie noemen, de ander gemis. En dat hunkeren naar momenten is ook wie ik ben. Misschien besta ik teveel uit het verleden en te weinig uit het nu. Misschien moet ik beter weten wanneer er zich een gelukzalig moment voordoet en er ten volle van genieten, in plaats van er achteraf proberen terug in te komen. Of misschien moet ik mijn denken beperken tot het rationele. Laat ons zeggen dat emotioneel inkijken bij jezelf -in zekere zin- gemakkelijk is. Afstand nemen van het niet-emotioneel denken is moeilijk, net omdat het emotioneel denken de nieuwe stap naar morgen is. En morgen is onbegonnen, elke dag opnieuw. Het emotionele valt niet in te schatten, valt niet voor te bereiden, dat is morgen. Gisteren is de laag die over vandaag ligt, maar die filter krijgt iedere dag een andere lamp op zich gericht. Het resultaat is dat het heden waarin men ronddoolt, zoekt naar de essentie van nu. En het nut van zijn. Maar opnieuw: het is zo. Het zij is zo, dat is u een beetje neerleggen bij vandaag. Bij gisteren en morgen.